De Zon
De Zon is voor ons op Aarde verreweg het helderste object aan de hemel. Ze zorgt voor dag-en nacht, de seizoenen en al het leven op Aarde. Lees verder om meer over de Zon te weten te komen.
credit: SOHO (ESA/NASA)
Enkele kinderen kijken tijdens het Fluisterwoud 2019, door een speciale en 100% veilige zonnetelescoop naar de Zon.
Wat snelle feiten over de Zon
-
Type Ster: Gele dwerg
-
Spectraalklasse G2V
-
Leeftijd : 4,6 miljard jaar
-
Diameter: 1,393 miljoen km
-
Temperatuur oppervlak: 6000 Graden Celcius
-
Temperatuur kern:15.000.000 Graden Celcius
-
Rotatiesnelheid evenaar : 25,4 dagen
-
Absolute helderheid 4,83 mag
-
Schijnbare helderheid −26,74 mag
-
Afstand tot Aarde: 150.000.000 km ( 1 AE)
-
Afstand tot centrum van Melkweg: 27000 Lichtjaar
De Zon, een gemiddelde ster
Onze Zon is een ster van spectraalklasse G2. Dat betekent dat zij een gele ster is, heter en zwaarder dan de gemiddelde ster, maar kleiner dan de reuzensterren.
De Zon heeft circa 332.946 maal de massa van de Aarde. We zagen in het hoofdstuk 'Zonnestelsel' al dat de Zon goed is voor 99,86% van de massa van ons volledige zonnestelsel en is hiermee dus veruit het zwaarste object is .
De diameter van de Zon is 109 x die dan de Aarde. Qua inhoud zou de Aarde ongeveer 1 miljoen keer in de Zon passen.
De Zon bestaat voornamelijk uit plasma ( geïoniseerde gassen), waarover zo meteen meer.
De Zon is momenteel tussen de 4.6- en 5 miljard jaar oud en verwacht wordt dat de resterende levensduur in de huidige vorm nog eens 5 miljard jaar zal zijn. Tegen die tijd is de brandstof voor de Zon zo goed als verbruikt en door de verminderde massa nemen ook de zwaartekracht en gasdruk af. Als gevolg hiervan zal de Zon opzwellen en evolueren tot een zogenaamde 'rode reus'. De buitenste regionen van de Zon komen dan ver voorbij de baan van Venus te liggen en wellicht zelfs voorbij die van de Aarde. Diverse planeten zullen dus verzwolgen worden door de Zon. Ver voor die tijd zal er al geen leven meer mogelijk zijn, mocht er tegen die tijd nog überhaupt enige vorm van leven bestaan.
Tijdens deze fase hoopt zich steeds meer helium in de kern op, die daardoor nog meer samentrekt en waardoor de dichtheid en temperatuur in de kern steeds hoger wordt. Als de kern een temperatuur bereikt van 100 miljoen graden Kelvin gaat het helium in de kern fuseren tot Koolstof. De buitenste gaswolken drijven steeds verder weg en vormen een planetaire nevel. De rest (dus het inwendige) van de ster stort in elkaar en eindigt als een zogenaamde 'witte dwerg'.
Voorbeeld van een planetaire nevel, in dit geval Messier 57, oftewel de Ringnevel in het sterrenbeeld Lyra (Lier). Credit: NASA / Hubble
Samenstelling van de Zon
De Zon is een grote bal van gas en plasma. Het merendeel hiervan is waterstof en dit wordt in het binnenste van de Zon omgezet in energie. Deze energie beweegt vanuit de kern door de binnenste lagen van de Zon naar de atmosfeer toe waar het vrij komt als energie en licht. Behalve Waterstof bestaat de Zon nog uit een groot aantal andere elementen.
Chemische samenstelling van de Zon in %
- Waterstof (H) 92,1%
- Helium (He) 7.8%
- Zuurstof (O) 0,061%
- Koolstof (C) 0,030%
- Stikstof (N) 0,0084%
- Neon (Ne) 0,0076%
- Ijzer (Fe) 0,0037%
- Silicium (Si) 0,0031%
- Magnesium (Mg) 0,0024%
- Zwavel (S) 0,0015%
- Overige stoffen 0,0015%
De kern van de Zon is het gedeelte van de Zon waar de dichtheid en de temperatuur hoog genoeg zijn om fusiereacties te veroorzaken. De kern strekt zich uit van het midden van de Zon tot ongeveer een kwart van haar straal.
In de kern vinden fusiereactie plaats waarin waterstofatomen worden omgezet tot heliumatomen. Per seconde wordt ca. 700 miljoen ton waterstof in ca. 695 miljoen ton helium omgezet. Het verschil, 4,4 miljoen ton, wordt uitgestraald in de vorm van gammastraling. Buiten de kern bestaat de Zon verder uit de volgende 'onderdelen'
Stralingszone:
In de stralingszone is de dichtheid van de zonnematerie hoog genoeg voor radiatief transport van warmte naar buiten. Dit houdt in dat het warmtetransport wordt veroorzaakt door opname en afgifte van fotonen en er geen transport van materie plaatsvindt (vergelijk met de bodem van een pan). De temperatuur neemt in deze zone af van 7 miljoen naar 2 miljoen graden. Ze strekt zich uit van de buitenkant van de kern tot 0,75 maal de straal van de Zon.
de opbouw van de Zon credit SRON - Prof. C.de Jager
Convectiezone:
Deze zone strekt zich uit vanaf 0,75 maal de straal van de Zon tot het oppervlak. De temperatuur neemt in deze zone af van 2 miljoen naar 5.300 graden. In deze zone is er naast radiatief transport ook sprake van convectie, doordat de dichtheid en de temperatuur niet meer toereikend zijn voor warmtetransport door alleen straling. Dit kan worden vergeleken met de waterstromen in een pan boven de hete bodem. Materie die wordt verhit door de radiatieve zone stijgt op en koelt af aan de oppervlakte. Dit systeem bestaat uit zeshoekige cellen welke de granulatie op de Zon vormen. Het grotere magnetisch veld van de Zon wordt waarschijnlijk gevormd in de overgangslaag van de stralings- naar de convectiezone.
Fotosfeer:
Het licht dat de Aarde ontvangt van de Zon is afkomstig van de fotosfeer De fotosfeer is enkele tientallen tot honderden kilometers dik.
De Zon in 'wit-licht', we kijken dan op de fotosfeer
Chromosfeer:
Deze laag is direct zichtbaar als een oranje ring om de Zon tijdens een zonsverduistering, of als een flits bij het begin of einde van een zonsverduistering. Deze laag is erg ijl en circa 2000 kilometer dik.
in deze montage zien we links de Chromosfeer en rechts de fotosfeer. Credit Alan Friedman via Sky & Telescope
Corona:
De corona kan worden waargenomen tijdens totale zonsverduisteringen en kan zich bij de zonne-equator tot wel twee zonnediameters uitstrekken. Tijdens een zonnevlekkenmaximum strekken de stralen van de corona zich naar allerlei richtingen uit, tijdens een minimum alleen in een gebied rond de zonne-equator.
de corona tijdens een zonsverduistering credit: ESO
Ruimteweer en Noorderlicht
De zon heeft gelukkig een zeer constante helderheid. De elfjarige zonnecyclus blijkt maar heel weinig invloed op het aardse weer te hebben. Een groter effect hebben uitbarstingen op de zon. Regelmatig zien we in de buurt van zonnevlekken zogenaamde zonnevlammen optreden: kortdurende uitbarstingen die in zichtbaar licht even zichtbaar zijn, maar die hun optreden ook verraden op radio- en röntgengolflengten. De grote lusvormige protuberansen of filamenten kunnen ook tot uitbarsten overgaan,maar de grootste uitbarstingen zijn de zogenaamde coronale massa-ejecties. Deze CME’s zijn pas enkele tientallen jaren geleden ontdekt met satellieten vanuit de ruimte. Het zijn grote uitbarstingen in de corona van de zon, waarbij veel geladen deeltjes extra
snel de ruimte in worden geblazen – een extra sterke zonnewind als het ware. Wanneer zo’n CME in de richting van de aarde uitbarst, blijft dit niet zonder gevolgen.
Een CME botst op het aardmagnetisch veld credit: ESA
De aarde is redelijk goed beschermd door haar magnetische veld en atmosfeer, maar voor astronauten in de ruimte kan een uitbarsting gevaarlijk zijn. En bij krachtige uitbarstingen kunnen elektrisch geladen deeltjes doordringen in de atmosfeer en daar lichtverschijnselen opwekken: het poollicht of noorderlicht. Meestal is dit alleen dicht bij de polen te zien, maar poollicht van krachtige uitbarstingen kan tot in Nederland zichtbaar zijn, het zij minder spectaculair als in noordelijke streken.
Hevige uitbarstingen van de zon kunnen allerlei ongewenste gevolgen hebben: uitval van satellieten, storing van radiocommunicatie en overbelasting van hoogspanningsleidingen. Mede daarom wordt de zon nu constant in de gaten gehouden, zodat belanghebbenden tijdig gewaarschuwd kunnen worden.
het noorderlicht oftewel Aurora Borealis in optima forma vanuit Zweden
Zonsverduisteringen
Je hebt vast wel eens foto’s gezien van een zonsverduistering, ook wel eclipsen genoemd.
Zonsverduisteringen vinden plaats als de aarde, maan en zon precies op een lijn staan, met de maan in het midden. De schaduw van de maan vormt een ellips op het aardoppervlak, maar zal rond zijn wanneer de schaduw haaks op het aardoppervlak staat. Een gehele verduistering is te zien waar de kernschaduw of umbra genoemd, van de maan de aarde raakt. Er is dan sprake van een totaliteitszone. Een gedeeltelijke verduistering is te zien waar de halfschaduw, die ook wel penumbra genoemd wordt, van de maan het aardoppervlak raakt. Bij deze laatste is er slechts een gedeeltelijke verduistering.
Zonsverduisteringen kunnen alleen maar ontstaan bij Nieuwe Maan.
Een waarnemer van een zonsverduistering ziet de schaduw die de Maan op Aarde werpt met grote snelheid op hem afkomen Als dat gebied (de kernschaduw) hem bereikt heeft, is de totale zonsverduistering voor de waarnemer begonnen.
De schaduw van de Maan boven Cyprus en Turkije tijdens de zonsverduistering van 2006 gemaakt vanuit het ISS
Er zijn diverse soorten verduisteringen waar te nemen, namelijk:
- Totale verduistering:
Een totale zonsverduistering vindt plaats wanneer de Zon volledig bedekt wordt door de Maan De zon is hierbij in haar geheel aan het zicht onttrokken door de maan. Een totale zonsverduistering kan maximaal ruim 7 minuten duren. Tijdens een totale eclips is de totaliteit zelf slechts zichtbaar over een héél klein gebied op Aarde.
- Ringvormige verduistering:
Een ringvormige verduistering doet zich voor wanneer de Zon en Maan op één lijn staan, maar de schijnbare grootte van de Maan is kleiner dan deze van de Zon, doordat de Maan wat verder van de Aarde verwijdert is in haar baan. Een ringvormige zonsverduistering kan maximaal iets meer dan twaalf minuten.
- Gedeeltelijke Verduistering:
Een gedeeltelijke verduistering doet zich voor wanneer de Zon en Maan niet op één lijn staan en de Maan de Zon slechts gedeeltelijk bedekt. Dit fenomeen kan over een veel groter gebied gezien worden buiten de zone van de totale zonsverduistering of ringvormige verduistering. Een totale of ringvormige zonsverduistering is voorafgaand en na afloop altijd gedeeltelijk
Er is ook nog een 4e variant, namelijk de hybride verduistering, deze is echter dusdanig zeldzaam dat deze het vermelden niet waard is
Meestal zijn er twee zonsverduisteringen per kalenderjaar, soms drie of vier. Vijf zonsverduisteringen in één jaar is ook mogelijk, maar dit komt zelden voor. De laatste keer dat dit gebeurde was in 1935 en de eerstvolgende keer de eerstvolgende keer dat dit voorkomt zal pas in 2206 zijn. Van de vijf zonsverduisteringen zijn er dan altijd vier gedeeltelijk en één totaal, ringvormig, of ringvormig-totaal (hybride). Het aantal zons- en maansverduisteringen samen in één kalenderjaar kan maximaal zeven zijn.
De Zon waarnemen
Waarschuwing!
Kijk NOOIT met optische hulpmiddelen naar de Zon zonder daarvoor bestemde en goedgekeurde filters! Wanneer dit niet gebeurd kan onmiddelijke en permanente schade aan de ogen ontstaan doordat het zonlicht dat in focus is het netvlies verschroeit ( Wie wel eens met een vergrootglas een vuurtje gestookt heeft, kent dit principe).
De filters en speciale zonnetelescopen van Sidewalk Astronomy Montferland zijn 100% veilig om de Zon waar te nemen. Deze filters worden voor elk gebruik uitgebreid gecontroleerd. Neem geen risico!
Wanneer we voorzien zijn van de juiste beschermingsmiddelen, kunnen we de Zon veilig gaan waarnemen, maar wat is er nu eigenlijk allemaal te zien op de Zon?
Fakkelvelden:
Dit zijn heldere gebieden op de zon die meestal gezien worden nabij de rand van de zonneschijf. Hier zijn ook magnetische velden aanwezig maar deze zijn geconcentreerd in kleinere bundels dan in zonnevlekken. Een zonnevlek heeft een donkere verschijning, een fakkelveld doet juist het omgekeerde en is helderder dan de omgeving. Tijdens de zonnecyclus zien we dat de fakkelvelden rond zonnevlekken kunnen verschijnen of als restant overblijven van een zonnevlek.
De lichtere gedeelten zijn de zogenaamde fakkelvelden. Credit: SDO
Filamenten:
Filamenten zijn wolken van geïoniseerde gassen die zich boven het zonneoppervlak vormen tussen gebieden van tegenovergestelde polariteiten. Doordat filamenten gassen bevatten die koeler en dichter zijn dan het plasma eromheen, zien filamenten er op de zonneschijf uit als opvallend donkere lijnen. Wanneer men filamenten tegen de donkere achtergrond van de ruimte ziet op de rand van de Zon, dan spreken we van een protuberans.
Filament (donkere lijn) en enkele fakkelvelden ( lichte gedeeltes)
Granulatie:
De granulatie op de zon zijn 'bubbels' die zich over het volledige zonneoppervlak bevinden, behalve op de plekken waar zich zonnevlekken bevinden. Deze granulatie ontstaat door convectie waar hete vloeistoffen vanuit het binnenste van de zon naar het oppervlak komen in de heldere gebieden, daar afkoelen en dan terug afdalen in de donkere lanen. Vergelijk het met een pan kokend water. Granulatie is zichtbaar met telescopen met een diameter vanaf 70/80 millimeter.
Zonnevlekken:
Dit zijn relatief donkere vlekken op het oppervlak van de Zon. Een zonnevlek mag ten opzichte van de rest van de Zon een donkere plek zijn, in het midden is die nog altijd 5000 keer zo helder als de volle maan. Heel kleine vlekken, die ook wel poriën worden genoemd, ontstaan in een paar minuten en kunnen na een paar uur alweer verdwenen zijn. De zonnevlekken bewegen van oost naar west over de zonneschijf. Zonnevlekken die ter hoogte van de zonne-equator liggen bleken in ongeveer 25 dagen eenmaal om de Zon te bewegen, terwijl vlekken op hogere breedte er soms meer dan 30 dagen over doen.Het komt wel voor dat sommige vlekken een complete omloop 'overleven' en soms gedurende lange periode zichtbaar zijn. Gemiddeld zijn zonnevlekken een aantal dagen zichtbaar.
Een zonnevlek bestaat uit 2 delen:
- Het donkere gedeelte (umbra)
- Lichter gedeelte rond het donkere gedeelte (penumbra)
Op bovenstaande foto zijn zowel de umbra, penumbra als granulatiecellen te zien credit: NASA/JAXA
De hoeveelheid en de momenten waarop de meeste zonnevlekken te zien zijn, hangt af van de zonnecyclus die elf jaar duurt. Tijdens een zonnevlekkenminimum is er soms wekenlang geen vlek te zien. Bij een maximum zijn er honderden te zien en soms jaren na het maximum zijn er met het blote oog nog grote zonnevlekken te zien. Zonnevlekken worden veroorzaakt door sterke een sterk magnetisme die een convectie bemoeilijken.Hierdoor is de temperatuur van een zonnevlek 4000 graden Celsius, terwijl de omringende gebieden een temperatuur van 6000 graden Celsius . hebben.
Credit : NASA, Marshal Space Flight Center, Solar Physics
Kijk nooit met het blote oog in de Zon! Behalve dat je uit een reflex je ogen dichtknijpt als je in de richting van de zon kijkt, doet het ook echt pijn als je zonder bescherming naar de zon kijkt. Er komt gevaarlijke straling van de Zon die je niet direct ziet en soms zelfs niet eens voelt, zoals UV en infrarood. Deze straling kan serieuze oogproblemen en zelfs blindheid veroorzaken.
Vroeger gebruikte men wel beroete stukjes glas om door naar de zon te kijken. Later kwamen daar de cd’s en metaalkleurige chipszakken bij. Al deze methoden zijn absoluut niet veilig!
Gelukkig zijn er ook nog veilige manieren om zonder telescoop of verrekijker naar de zon te kijken. Een daarvan betreft het zogeheten lasglas. Dat is een extreem donker glas dat in een bril voor lassers zit. Hier bestaan verschillende nummers van: hoe hoger het nummer des te donkerder is het glas. Vanaf nummer 14 zijn ze veilig om naar de zon te kijken. Ook de zogenaamde eclipsbrillen zijn veilig.
Ook al heb je een veilig hulpmiddel om door te kijken: kijk nooit langer dan een paar minuten achtereen!
Met het blote oog is niet erg veel te zien is aan de Zon, hooguit zo nu en dan zijn er zonnevlekken die groot genoeg zijn om dan zonder vergroting waargenomen te kunnen worden.
Mocht je een hulpmiddel zoals een verrekijker of telescoop willen gebruiken , moet je nog beter oppassen! De grotere lenzen of spiegels vangen veel meer licht dan het blote oog en als dit licht onverzwakt in je ogen terecht komt, is een fractie van een seconde al genoeg om ze blijvend te
beschadigen, en de kans is groot dat je permanent blind wordt!
Zonneprojectie:
Een veilige manier is zonneprojectie. Op die manier zorg je ervoor dat al het licht terechtkomt op een projectieschermpje, bijvoorbeeld een stuk stevig wit papier, en niet in je oog. Je kunt
dan zelf het scherm bekijken en zo toch zien hoe de Zon eruit ziet.
De opstelling die je hiervoor gebruikt is relatief simpel. Je neemt een verrekijker of een telescoop (als het een verrekijker is, laat je een van beide doppen aan de voorkant erop en zet hem bij voorkeur op een statief). Nu hou je een stuk papier achter de kijker en stel je de kijker scherp. Hierbij moet je op een aantal dingen letten. In de eerste plaats moet je natuurlijk niet de kijker richten door er doorheen te kijken! Je kunt dit veilig doen met behulp van zijn schaduw, als de schaduw op zijn kleinst is en precies achter de kijker valt, zal je een geprojecteerd beeld van de zon zien in de schaduw van de kijker (gebruik eventueel een extra stuk karton om een grotere schaduw te krijgen). Op deze manier kun je een heel mooi beeld van de zon krijgen, zelfs al met een relatief kleine verrekijker of telescoop! Een groot voordeel hiervan is ook dat je
met een groepje mensen tegelijk naar de zon kunt kijken. Als je dit met je vrienden of familie doet, zorg er dan alsjeblieft goed voor dat niemand vlak achter de telescoop komt: het is daar namelijk heet!
Nog een waarschuwing is hier op zijn plaats: gebruik deze methode niet te lang achter elkaar. In het brandpunt van de kijker wordt erg veel warmte gebundeld, wat slecht kan zijn voor je kijker. Pas bij een telescoop op wat voor oculair je gebruikt. Duurdere oculairs,met meerdere lensjes die aan elkaar gekit zijn, kun-nen slecht tegen zo veel warmte. Goedkope oculairs van het Huygens- en Ramsden type zijn wel veilig. Er zijn tegenwoordig ook alternatieven die een kant-en klare oplossing bieden voor zonneprojectie, zonder dat er een telescoop voor nodig is.
credit: Sky & Telescope
Oculair en Objectieffilters:
Bij tweedehands oudere telescopen wordt vaak een oculair-zonnefilter meegeleverd. Dat zijn zeer donkere stukjes glas die je achter op je oculair moet schroeven om de Zon te bekijken. Gebruik deze niet! Ze zijn te gevaarlijk.Gooi deze direct weg!
Ze zitten in het brandpunt van de telescoop en daar wordt ook de meeste warmte gebundeld! Deze oculairfilters kunnen door de hitte uit elkaar spatten, en blindheid veroorzaken! Gebruik ze dus niet, ook al werden ze door de fabrikant meegeleverd en lijken ze bij de telescoop te horen.
Wél veilig, en zelfs één van de beste methoden om naar de zon te kijken, is het zogenaamde objectief zonnefilter. Deze bevestig je vóór je objectief. Het licht wordt dus al gefilterd voor het je telescoop of verrekijker binnenkomt, zodat er geen warmte ontwikkeling in de kijker is.
Lees altijd wel de instructies die bij een dergelijk filter worden geleverd aandachtig door!
Er zijn 2 types objectieffilters voor witlicht ( het 'normale'zonlicht zeg maar) verkrijgbaar. De eerste goedkoopste en naar mijn mening de beste, zien eruit als een soort aluminiumfolie . Het is onder andere bekend onder de naam AstroSolar. Het bestaat uit dunne kunststof met daarop een zeer dun laagje aluminium opgedampt.
Meestal wordt het geleverd als een los vel en moet je zelf iets maken om het aan de voorkant van de telescoop te bevestigen. Natuurlijk is het erg belangrijk dat het absoluut onmogelijk is dat er licht van de zon langs je filter door je telescoop gaat. De kleur van de Zon in dit filter is blauw / grijs.
De foliefilters zijn eenvoudig te maken, credit: Baader Planetarium
De tweede en eveneens erg veilige soort filters zijn de zogenaamde glazen filters, die in diverse maten leverbaar zijn Het betreft een glas waar een bepaalde coating op is aangebracht die het zonlicht filtert vóór het op je objectief valt. De beelden door dit soort filters zijn vaak net iets minder scherp dan met de foliefilters. Voordeel is wel dat de Zon mooi oranje/geel van kleur is.
Hoewel beide typen filters erg veilig zijn, blijft het belangrijk om voor elk gebruik het filter te controleren op eventuele beschadigingen. Blijf altijd goed oppassen als je de zon bekijkt, hoe en
wanneer ook en probeer elkaar indien je met meerdere mensen waarneemt te wijzen op de gevaren.
credit: Thousand Oaks Optical
Herschelprisma:
Een herschelprisma wordt aan de oculairzijde van lenzentelescopen gebruikt. Het prisma is niet bruikbaar in welke vorm van spiegeltelescopen dan ook. Het lijkt soms op een zogenaamd zenitprisma , hoewel de werking anders is.
Het zonlicht komt op volle sterkte door de telescoop het prisma in. Door het prisma wordt er ca. 4.5% van het licht naar het oog van de waarnemer gereflecteerd, de rest van het licht,bijna 96 % verdwijnt aan de achter of onderzijde van het prisma. Het licht dat het oog bereikt kan nog verder afgezwakt worden door het gebruik van een polarisatiefilter in combinatie met een Neutral Density filter die het beeld nog wat donkerder maakt en zo het contrast verbeterd. Vaak zijn er nog UV en IR-filters ingebouwd, of moeten deze door de waarnemer alsnog gebruikt worden. De beeldkwaliteit is minimaal beter dan die van de foliefilters, de prisma kosten echter een veelvoud van de foliefilters en foliefilters zijn met elke soort telescoop te gebruiken.
Een commercieel verkrijgbaar herschelprisma , credit: Lunt Solar Systems
H-Alfa filters:
Wanneer we zonlicht met een prisma splitsen dan zien we in het spectrum wat donkere lijnen , de zogenaamde Fraunhoferlijnen. Het zijn absorptielijnen van stoffen die in de fotosfeer en in de chromosfeer (een laag van enkele duizenden kilometers dik boven de fotosfeer) van de Zon voorkomen. Eén van de sterkere absorptielijnen is die van waterstof. Deze z.g. H-alfa-lijn ligt in het rode deel van het spectrum op 656,28 nanometer. Een H-alfa-filter is een heel speciaal filter dat slechts licht in een gebied van bijv. 0,065 nm doorlaat. En als de afgestemde golflengte in de H-alfa-absorptielijn valt ( 656,28 nm.) dan zien we het waterstofgas in de chromosfeer. H-alfa-filters laten zich afstemmen door de temperatuur van deze filters in te stellen of door een bepaalde hoek t.o.v. de optische as aan te brengen met behulp van een zogenaamd Etalon. Deze telescopen kunnen in de regel slechts voor waarnemingen aan de Zon gebruikt worden en zijn zeer duur in aanschaf. Door hun beperkte inzetgebied en hoge prijs zijn ze zeker niet voor elke amateur astronoom binnen handbereik.
Wat kunnen we met deze filters op de zon zien? De zogenaamde fakkelvelden, die uitsluitend dicht bij de rand van de zonneschijf zichtbaar zijn op de fotosfeer, komen in H-alfa op de gehele schijf voor. Ze ontstaan vaak uren tot enkele dagen voor het verschijnen van zonnevlekken in deze gebieden. In de buurt van de donkere zonnevlekken zijn ze een opvallende verschijning, ze zijn duidelijk lichter dan hun omgeving. Overigens is het wel zo dat alleen de grootste van de donkere zonnevlekken, die we in de fotosfeer gemakkelijk kunnen waarnemen, in de chromosfeer juist zichtbaar zijn. Ook protuberansen, oplichtende waterstofgas massa's in en boven de chromosfeer door de magneetvelden gedragen, zijn in H-alfa opmerkelijke verschijnselen. Op de rand van de zon zien we de protuberansen als licht uitstralende verschijnselen. Ze komen natuurlijk ook op de zonneschijf voor en daar zien we ze als donkere slierten, de filamenten.Buiten deze fenomenen kennen we ook nog spiculen, alleen zichtbaar op de rand als talrijke sprietjes, vergelijkbaar met gras.
De Lunt- en Coronado H-Alfa telescopen die door Sidewalk Astronomy Montferland worden gebruikt voor zonnewaarnemingen